Antwoord op jullie vragen over de opvang van (jonge) asielzoekers in Nederland | NU-صحيفة الصوت

[ad_1]

De hele asielketen in Nederland staat onder druk: door een tekort aan huisvesting ontstaat er ook een tekort aan plekken om ‘nieuwe’ asielzoekers eerste opvang te bieden. Donderdag schreef NU.nl over de toename van het aantal asielaanvragen van alleenreizende minderjarige asielzoekers en hun opvang. Dit leidde tot veel vragen over dit onderwerp op ons reactieplatform NUjij. In dit artikel beantwoorden we er drie.

1) Verschilt het Nederlandse nareisbeleid met dat van andere landen?
Uit onderzoek van de IND dat donderdag werd gepubliceerd blijkt dat het Nederlandse nareisbeleid (het laten overkomen van hun ouders en andere familieleden) één van voornaamste redenen is voor alleenreizende tieners om hierheen te komen.

Ze lijken, zo schrijft de IND, vaak “het beeld te hebben” dat het hier makkelijker is om een verblijfsstatus voor hunzelf en hun familie te krijgen. Is dit ook zo?

Allereerst: het beleid voor nareizigers in Nederland komt op veel punten overeen met bijvoorbeeld België, Duitsland, Frankrijk, Finland en Zweden. Maar er zijn ook verschillen, zoals:

  1. In Nederland kan een nareisaanvraag worden ingediend door een zogeheten referent. Dat kan een organisatie zijn die het verblijf in Nederland regelt, maar kan simpelweg ook het familielid zijn dat hier al verblijft. In veel andere landen moet de nareiziger zelf de nareisaanvraag indienen in het land van herkomst.
  2. Het is in sommige Europese landen voor bepaalde groepen asielzoekers lastiger om een nareisaanvraag in te dienen. Het gaat dan om mensen die een zogeheten subsidiaire beschermingsstatus hebben gekregen in plaats van een vluchtelingenstatus (zie kader). Nederland maakt hier geen onderscheid tussen, maar andere landen wel. In die landen heeft deze groep minder rechten en daardoor is het recht op gezinshereniging ingeperkt. Onder meer Oostenrijk, Hongarije en Noorwegen doen dit.

Wat is een subsidiaire beschermingsstatus?

  • Dit is asiel voor iemand die wettelijk gezien geen vluchteling is, maar wel bescherming nodig heeft.
  • Hiervoor zijn drie redenen: willekeurig geweld door een gewapend conflict, foltering/mishandeling of een terechtstelling (zoals de doodstraf) in eigen land.
  • Mensen die zware misdrijven hebben gepleegd komen niet in aanmerking.

2) Waarom bestaan er verschillen in zulke regels tussen EU-landen?
De asielstelsels van de verschillende Europese landen zijn gebaseerd op dezelfde richtlijnen. Een richtlijn legt een bepaald doel vast, maar EU-landen mogen zelf de wetgeving vaststellen om dat doel te bereiken. Hierdoor zijn er verschillen qua asielprocedures en opvang binnen de lidstaten.

Die verschillen zijn volgens de Europese Raad overigens wel ongewenst: asielzoekers worden niet overal in de EU op dezelfde manier behandeld, en ook het percentage positieve asiel­beslissingen verschilt. Dat leidt ertoe dat asielzoekers in Europa rondreizen op zoek naar het ‘beste’ land.

Om de verschillen weg te nemen, wil de Europese Commissie het Europese migratie- en asielbeleid hervormen. Zo moeten bepaalde richtlijnen worden veranderd in verordeningen (regels waar een lidstaat zich echt aan moet houden). Maar om tot een gemeenschappelijk beleid te komen, moeten alle landen het met elkaar eens worden. Dit is tot nu toe nog niet gelukt en de kans is klein dat dit op korte termijn zal lukken.

3) Is Nederland een uitzondering of komen er ook meer van deze jongeren naar andere landen?
In 2021 kwamen er ruim 2.300 alleenreizende minderjarigen naar Nederland voor asiel. Dit is 8,6 procent van alle aanvragen van deze groep in de EU. Dit aandeel neemt de laatste jaren toe en ligt ook al jaren boven het gemiddelde Europese niveau.

Als je kijkt naar absolute aantallen stond Nederland vorig jaar op de vijfde plek van alle EU-landen. Alleen in Oostenrijk, Duitsland, België en Bulgarije werden meer asielaanvragen ingediend.

Nederland trekt vooral veel tieners aan uit Eritrea, Syrië, Somalië en Irak. Binnen de EU en Noorwegen vormen Afghaanse tieners de grootste groep, maar weinigen van hen komen naar Nederland.

Van de ruim 2.300 aanvragen in Nederland, is tot nu toe 69 procent ingewilligd. De IND ziet al jaren een toename in het aantal alleenreizende minderjarigen dat een verblijfsstatus krijgt: in 2017 lag dit aantal op 50 procent.

Dit komt mede doordat er vooral meer Syrische tieners naar Nederland komen. Zij maken over het algemeen veel kans op een verblijfsvergunning. Doordat steeds meer alleenreizende minderjarigen een verblijfsvergunning krijgen, worden er ook meer nareisverzoeken gedaan. Ongeveer 80 procent van de jongeren doet namelijk één of meer nareisverzoeken.



[ad_2]

Source link

التعليقات

اترك تعليقاً

لن يتم نشر عنوان بريدك الإلكتروني. الحقول الإلزامية مشار إليها بـ *